All posts in Vraag & antwoord

Wat is de PAS?

Reacties uitgeschakeld voor Wat is de PAS?

De PAS (Programmatische Aanpak Stikstof) zal op 1 januari 2015 waarschijnlijk in werking treden. Door het nemen van landelijke maatregelen wordt de stikstofuitstoot verkleind, hierdoor ontstaat er meer ontwikkelruimte voor agrarische bedrijven. Daarbij wordt het principe gehanteerd ‘wie het eerst komt wie het eerst maalt’! De ontwikkelruimte wordt verdeel over de vergunning-aanvragers. Zorg er dus voor dat u daar bij bent! Want op = op! Als er geen ontwikkelruimte meer beschikbaar is, krijgt u ook geen vergunning.

Externe saldering afgeschaft

Op dit moment kan er nog gebruik worden gemaakt van externe saldering. Op grond van de huidige Natuurbeschermingswet hebben ondernemers dus zelf mogelijkheden om ervoor te zorgen dat zij een natuurbeschermingswetvergunning kunnen verkrijgen, mits er uiteraard voldoende ammoniakrechten verkrijgbaar zijn. Door ammoniakrechten aan te kopen en daarmee extern te salderen, kan over het algemeen een vergunning worden verkregen. Saldering via een buurbedrijf of via een provinciale bank is straks niet meer mogelijk. Het kan dus raadzaam zijn om nu nog een natuurbeschermingswetvergunning aan te vragen op grond van de huidige Natuurbeschermingswet en nog gebruik te maken van de externe saldering

Wat is de PAS?

De PAS gaat waarschijnlijk op 1 januari 2015 in werking.

De PAS gaat waarschijnlijk op 1 januari 2015 in werking.

De PAS (Programmatische Aanpak Stikstof) is een antwoord op de moeilijke situatie die ontstond toen er steeds minder vergunningen konden worden verleend voor nieuwe economische activiteiten in de buurt van Natura 2000-gebieden. De stikstofuitstoot die met die activiteiten gepaard ging, was te bedreigend voor de natuurdoelen waaraan Nederland zich in de EU had verbonden.

De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) is begin 2009 van start gegaan als onderdeel van Natura 2000, met het doel om de vastgelopen vergunningverlening in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 weer vlot te trekken. Om dit alles in beweging te zetten werkt de PAS aan twee fronten:

o Behoud en herstel van de bedreigde habitattypes bevorderen door de huidige daling van de stikstofdepositie een extra impuls te geven en door aparte herstelmaatregelen per habitattype;
o Binnen de grenzen van de dalende stikstofdepositie verantwoorde ruimte zoeken om met behoud van de instandhoudingdoelen toch vergunningen te kunnen geven voor nieuwe economische activiteiten: ontwikkelingsruimte.

Het doel van de PAS is door het verminderen van de stikstofdepositie en verwezenlijken van natuurdoelen, ontwikkeling van projecten mogelijk te maken. Het verminderen van de stikstofdepositie kan gebeuren door maatregelen aan de bron (staltechnieken) en door natuurgebieden beter geschikt te maken voor de opslag van stikstof.

Een gewenst neveneffect van de PAS is ook dat het aanvragen van een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet straks een stuk eenvoudiger zal zijn, vooral dankzij het rekeninstrument AERIUS.

AERIUS

Het rekeninstrument AERIUS brengt via internet in beeld hoe de depositie uit allerlei bronnen ruimtelijk is verdeeld over een bepaald Natura 2000-gebied. Daartoe worden door alle betrokken overheden gegevens over bestaande emissiebronnen aan AERIUS geleverd. AERIUS is dan in staat om die emissiegegevens om te zetten in een gemiddelde depositie per oppervlakte-eenheid.
Neem voor meer informatie contact op met Huisman | Ruimte & Visualisatie.

http://pas.natura2000.nl/

http://www.aerius.nl/nl

 

Leegstand in het landelijk gebied?

Reacties uitgeschakeld voor Leegstand in het landelijk gebied?

In het vakgebied ruimtelijke ordening is het van belang om je kennis van beleid, wetgeving en trends op peil te houden. Stilstand is achteruitgang. Met die gedachte in het achterhoofd ben ik vorige aanwezig geweest bij de kennismiddag ‘Ontwikkelingen in het landelijk gebied’. Op de agenda stonden de onderwerpen: Natuurbeschermingswet, Programmatische Aanpak Stikstof, Milieueffectrapportage, Wet plattelandswoning en het toekomstperspectief landelijk gebied.

Leegstand landelijk gebied

Prognose vrijkomende agrarische bebouwing per gemeente tot 2030 in m2

Het laatste onderwerp van de middag is gelijk het meest verrassende, het toekomstperspectief landelijk gebied. Alterra uit Wageningen heeft een analyse uitgevoerd over vrijkomende agrarische bebouwing in Nederland. De uitkomsten zijn nogal schokkend! Het aantal agrarische bedrijven in Nederland is tussen 1950 en 2012 met meer dan 80% afgenomen. Tot 2030 stoppen er 24 duizend agrarische bedrijven omdat er geen opvolgers zijn of omdat ze te klein zijn om te kunnen concurreren. In aard en omvang betekend dit dat er circa 8 miljoen m2 aan woonhuizen en 24 miljoen aan bedrijfsgebouwen vrij gaat komen. Een prognose zegt dat de woonhuizen bewoond blijven, dat 4 miljoen m2 agrarisch hergebruikt gaat worden en dan 5 miljoen m2 voor nieuwe bedrijvigheid is. Dit betekent dat er maar liefst 15 miljoen m2 aan bebouwing leeg komt te staan. Voor deze oppervlakte aan leegstaande bebouwing zal een oplossing gezocht moet gaan worden om verpaupering van het buitengebied tegen te gaan.  Wie gaat hier een oplossing voor bedenken ? Een samenwerking tussen initiatiefnemers, overheden, bedrijven en particulieren lijkt de grootste kans op succes.

Neem voor meer informatie contact met mij op.