Presentatie Digitale Standaarden Omgevingswet

Presentatie Digitale Standaarden Omgevingswet

Op 19 januari organiseerde Geonovum samen met KOOP een eerste consultatiebijeenkomst voor de Standaarden voor Omgevingsdocumenten. Deze standaarden worden ontwikkeld in het kader van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Ruim 150 mensen waren bij deze bijeenkomst aanwezig, waaronder Huisman | Ruimte & Visualisatie.

 

digitale-standaarden-omgevingswet

Digitale Standaarden Omgevingswet

De Omgevingswet komt eraan. Belangrijk onderdeel van deze wet is de digitale ondersteuning ervan. Hiervoor wordt een Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) in het leven geroepen. Binnen het DSO-project wordt één ‘Standaard Officiële Publicaties’ (STOP) ontwikkeld die gaat gelden voor alle besluiten in Nederland. Daarbinnen wordt een Toepassingsprofiel Omgevingsdocumenten (TPOD) van deze standaard uitgewerkt, voor de verschillende omgevingsdocumenten. Beide zijn digitale standaarden. Deze standaarden ondersteunen de functies bekendmaken en beschikbaar stellen, van omgevingsdocumenten in de Landelijke Voorziening Bekendmaken en Beschikbaar stellen (LVBB). De omgevingsdocumenten zijn daarna te raadplegen via het Omgevingsloket. In een YouTube filmpje worden de principes van het informatiemodel nader toegelicht door Geonovum.

 

Standaard voor Officiële Publicaties (STOP) en Toepassingsprofiel Omgevingsdocumenten (TPOD)

De Standaard voor Officiële Publicaties (STOP) is de beschrijving van de manier waarop officiële publicaties worden gestructureerd, uitgewisseld en gepresenteerd. STOP bestaat uit een informatiemodel, berichtenmodel, een presentatiemodel en het mechanisme voor toepassingsprofielen. Het eerste toepassingsprofiel die wordt ontwikkeld is het Toepassingsprofiel Omgevingsdocumenten.

Het eerste Toepassingsprofiel voor de Standaard Officiële Publicaties is voor omgevingsdocumenten (TPOD). De omgevingsdocumenten zijn in Omgevingswet en Omgevingsbesluit aangewezen. Omgevingsdocumenten worden straks gemaakt door, of in opdracht van, de gemeenten, waterschappen, provincies en de rijksoverheid. Dit zal gebeuren met behulp van gecertificeerde software waarvan is aangetoond dat hiermee omgevingsdocumenten kunnen worden gemaakt die voldoen aan de standaarden. De inhoud van het plan, visie of besluit bepaalt en toetst het bevoegde gezag uiteraard zelf, de standaard bepaalt slechts de vorm. Bij het toepassingsprofiel voor omgevingsdocumenten (TPOD) geldt dit principe ook. TPOD is een toepassingsprofiel van STOP.

Aandachtspunten

  • STOP ondersteunt diverse geometrieën en 3D
    Bij de ontwikkeling van de standaard is voor wat betreft geometrie in eerste instantie uitgegaan van vlakken (of 3D-solids) voor aanduiding van werkgebieden voor omgevingsdocumenten met regels. Binnen beleidsdocumenten als visies kunnen ook lijnen en punten voorkomen.
  • Archiefplicht
    Conform Globaal Programma van Eisen van het DSO worden door de DSO-voorzieningen het besluit en de geconsolideerde regelgeving gearchiveerd; zij nemen echter niet de archiefplicht van het bevoegd gezag over.
  • Ruimtelijkeplannen.nl
    De ontsluiting via Ruimtelijkeplannen.nl zal voor een overgangsperiode blijven bestaan voor de ruimtelijke plannen, visies en besluiten van de Wro die gebruik maken van het overgangsrecht onder de Omgevingswet. Nieuwe ruimtelijke besluiten (de omgevingsdocumenten) onder het Omgevingswetregime zullen worden ontsloten via de LVBB.
  • Meervoudig bronhouderschap
    Het omgevingsplan speelt een belangrijke rol in de Omgevingswet. Hoewel de gemeenteraad primair het bevoegd gezag is om het omgevingsplan vast te stellen en te wijzigen, zijn er ook andere bestuursorganen die het omgevingsplan kunnen wijzigen. Denk aan provinciale staten die kunnen besluiten dat een onderdeel van het omgevingsplan geen deel blijft uitmaken van het omgevingsplan en een projectbesluit van een waterschap dat het omgevingsplan kan wijzigen. Om alle geldende regels van het omgevingsplan in geïntegreerde vorm op eenvoudige wijze te kunnen vinden moeten ook de besluiten van die
    andere bestuursorganen in het omgevingsplan van de gemeente verwerkt (kunnen) worden. Daartoe krijgen die andere bestuursorganen de bevoegdheid om in het omgevingsplan wijzigingen aan te brengen. We noemen dat meervoudig bronhouderschap. De mogelijkheid hiertoe wordt ondersteunt door de standaard. Dit is de uitkomst van een definitiestudie over gedeeld bronhouderschap. Op het moment dat een bronhouder de gegevens van een andere bronhouder muteert, dan wordt de andere bronhouder daarvan op de hoogte gebracht via een actualisatiebericht.
  • Rechtelijke uitspraken zijn buiten scope van STOP
    Indien een rechter (een deel van) een besluit vernietigt of, zelf in de zaak voorziend, regels aan het omgevingsdocument toevoegt, dient het bevoegd gezag het juridische gevolg van die uitspraak in het oorspronkelijke besluit te verwerken; de rechter doet dit niet zelf. De uitspraak zelf is geen omgevingsdocument, vandaar dat die uitspraak buiten scope van STOP is.
  • Het besluit tot vaststelling of wijziging van een omgevingsdocument bestaat uit drie delen Deel één van het besluit bestaat uit de motivering van het besluit tot vaststelling c.q. wijziging van de omgevingsdocument. Het tweede deel van het besluit bestaat uit de regels die deel gaan uitmaken van het omgevingsdocument. Het derde deel kan aan het besluit worden toegevoegd als ervoor gekozen wordt om bij iedere regel van de omgevingsdocument een artikelsgewijze toelichting te geven. De artikelsgewijze toelichting is facultatief, niet verplicht. Het tweede en derde deel voldoet in ieder geval aan IMOP. Dit is conform toelichtende teksten omgevingsbesluiten afgestemd met IenM.
  • TPOD verplicht het gebruik van begrippen uit de Catalogus
    Bij het gebruik van de standaard voor omgevingsdocument is bij het vullen van de waardenlijsten relevant dat er eenduidige begrippen worden gebruikt door de diverse overheden. Op die manier zijn regels eenduidiger voor de mens en interpreteerbaar voor machines. De begrippen worden vastgelegd en ontsloten door de Catalogus.
  • Opmaak identificatie levering
    De identificatie van een levering dient als volgt opgemaakt te worden:
    «namespace».«oin».«jaar».«volgnummer». Bronhouder hoogt zelf met 1 op. Bijvoorbeeld NL.BM-OD.00000001002508369000.2017.0003 als identificatie van de 3e levering in 2017 van de Gemeente Amersfoort.
  • ZIP-compressie
    Om een snellere overdracht van gegevens te bevorderen worden alle bestanden van een levering gecomprimeerd uitgewisseld met de LVBB. Een verzameling bestanden van een levering is gecomprimeerd tot een ZIP-bestand conform het “deflate” compressie algoritme zoals vastgelegd in RFC 19512. Een ZIP-bestand dient niet zelf-uitpakkend te zijn. Een ZIP-bestand dient als extensie “.zip” te hebben.
  • Automatisch berichtenverkeer
    Bronhouders en de LVBB wisselen gegevens uit via automatisch berichtenverkeer. Dat wil zeggen dat het systeem van de bronhouder aansluit op en koppelt met het systeem van de LVBB. Voor het verzenden van berichten wordt gebruikt gemaakt van afspraken zoals vastgelegd in de Digikoppeling (DK) en Digikoppeling Grote berichten (DKGB) standaard.
  • Synchroniseren
    Op het moment dat bronhouder de authentieke bron heeft, zal bij het niet-synchroon lopen van de registratie van de LVBB en de bronhouder, de LVBB moeten synchroniseren met de bronhouder (LVBB neemt verplicht over). Als de LVBB de authentieke bron heeft, dan kan de bronhouder via raadplegen synchroniseren en is geen apart scenario voor synchroniseren nodig.

Lees hier verder op de website van Geonovum

Klik hier voor een overzicht van alle nieuwsberichten van Huisman | Ruimte & Visualisatie