Ruimtelijke motivering
Als er geen binnenplanse afwijkingsmogelijkheid is kunnen burgemeester en wethouders omgevingsvergunning verlenen voor kruimelgevallen. Voor het toepassen van de kruimelgevallenregeling is geen ruimtelijke onderbouwing vereist, er dient wel een deugdelijke motivering aan het besluit ten grondslag moet liggen, een ruimtelijke motivering. In een gunstige geval heeft u dan binnen acht weken een omgevingsvergunning om bijvoorbeeld het gebruik van een pand te wijzigen (zoals een kantoorfunctie naar wonen) of een bestaand gebouw uit te breiden. Huisman | Ruimte & Visualisatie kan u van dienst zijn om de ruimtelijke motivering voor u op te stellen.
Wat zijn kruimelgevallen?
Als er geen binnenplanse afwijkingsmogelijkheid is kunnen burgemeester en wethouders omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan in bij Algemene Maatregel van Bestuur aan te geven gevallen. De gevallen waarop artikel 2.12, lid 1 onder a onder 2° Wabo betrekking heeft, staan genoemd in artikel 4 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. Deze buitenplanse afwijking heeft met name betrekking op een aantal standaard bouwwerken of gebruiksdoeleinden: de zogenaamde kruimelgevallen. Hierbij kan gedacht worden aan een uitbreiding van of een bijgebouw bij een woning, maar ook aan een gebruikswijziging van een gebouw in de bebouwde kom.
Wat is een ruimtelijke motivering?
Een goede ruimtelijke motivering toont aan dat het aanvaardbaar is dat uw initiatief afwijkt van het bestemmingsplan. Hierin wordt op de volgende zaken ingegaan: het plangebied, de huidige en toekomstige situatie, de stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing van het plan, toetsing en de geldende planologische situatie.